Scherpere eisen dagvaarding in consumentenzaken
4 december 2019Rechters vragen vanaf 1 april 2020 veel meer informatie
De rechter dient op grond van Europese richtlijnen en jurisprudentie in consumentenzaken ambtshalve te toetsen of er sprake is van oneerlijke bedingen in de zin van de Richtlijn 93/13 en of er sprake is van strijdigheid met het (Europese) consumentenrecht. Een consumentenzaak is een zaak tussen een professioneel handelende partij (repeat player) en een consument die zaken of diensten privé heeft aangeschaft.
Dat beleid houdt in dat incassozaken van repeat players, waarin de gedaagde partij een natuurlijk persoon is, de inleidende dagvaarding vanaf 1 april 2020 zodanige gegevens dient te bevatten dat de rechter de noodzakelijke ambtshalve toetsing kan doen. Vorderingen in verstekzaken door de rechtbanken die op 1 april 2020 starten worden derhalve beoordeeld op basis van de stellingen in de inleidende dagvaarding en de eventueel daarbij overlegde producties, zonder dat in een tussenvonnis of rolbeschikking aanvullende informatie wordt opgevraagd. In voorkomend geval zou dit kunnen leiden tot gehele of gedeeltelijke afwijzing van de vordering.
Overgangsregeling 1 december 2019 – 1 april 2020
Vanaf 1 december 2019 tot 1 april 2020 geldt een overgangsregeling. De rechtspraak heeft een informatieformulier gemaakt voor zaken waarin gedaagde een natuurlijk persoon is (www.rechtspraak.nl/informatieformulier). In deze periode zullen de rechtbanken middels tussenvonnis of rolbeschikking de benodigde informatie opvragen. Het informatieformulier biedt steun bij het aanleveren van voldoende informatie om de rechtbank in consumentenzaken in de gelegenheid te stellen de vordering te beoordelen. Het formulier wordt alleen gebruikt in de overgangsperiode. Indien die informatie en de bijbehorende producties in de dagvaarding wordt opgenomen, dient zoveel mogelijk de volgorde van het informatieformulier aan te worden gehouden, voor een snelle beoordeling en verwerking.
Hoe te handelen
In de dagvaarding van een natuurlijk persoon dient daarom de benodigde informatie te worden verwerkt of, in de overgangsperiode, het ingevulde formulier als bijlage te worden toegevoegd. U moet daarbij denken aan antwoorden in de inleidende dagvaarding op vragen van de rechter als:
• of de overeenkomst waarop de eisende partij zich beroept in of buiten een verkoopruimte is gesloten. Indien het een overeenkomst op afstand betreft dient, de eisende partij aan te tonen dat de precontractuele en contractuele informatieverplichtingen zoals in artikel 6:230 m lid 1 BW zijn nageleefd;
• of de vordering van de eisende partij mede is gebaseerd op algemene voorwaarden en zo ja een toelichting waarom de bedingen van die algemene voorwaarden niet oneerlijk zijn in de zin van de Europese Richtlijn 93/13 oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten;
• of geleverde dienstverlening door gedaagde is geannuleerd of door eisende partij is opgeschort.
Afhankelijk van de vordering kan het een hele waslijst aan vragen zijn die de rechter in het lijf van de dagvaarding met ja of nee beantwoord wil zien, voorzien van een onderbouwing en bewijsstukken zoals de schriftelijke overeenkomst of acceptatielog van de algemene voorwaarden.
Hulp
Heeft u hulp nodig bij het toepassen van deze nieuwe eisen of het aanpassen van uw dagvaarding? Of wenst u deze stukken te laten controleren of uw online- of telefonisch klantacceptatieproces en algemene voorwaarden voldoen aan de (Europese) wetgeving? Neemt u dan contact op met onze juristen. JuridischeAfdeling@aginpranger.nl